Hebben we er nog een beetje zin in?

Niet competentie, maar gezelligheid lijkt de meetlat voor politici. Wordt er wel genoeg gelachen, ook als het geweld tegen politici betreft?

Er hoefde niet eens een mens aan te pas te komen. Zelfs de nieuwe slimme zoekmachine Bing, nu met AI-integratie, legde het fenomeen genadeloos bloot. Gevraagd naar de typische debattrucs van Rutte wist de zoekmachine aan tafel bij Jinek meteen te melden dat Rutte vooral humor en zelfspot gebruikt om de sfeer te verlichten.

Aan die gezellige sfeer moet tegenwoordig iedereen voldoen. In dezelfde week als het veelbesproken fakkel-welkom (anti-welkom, eigenlijk) in Diepenheim werd Sigrid Kaag twee keer gevraagd of ze het allemaal nog wel ‘leuk’ vond.

De eerste keer was relatief onschuldig, in een interview voorafgaand aan de fakkel-intimidatie. ‘Vindt u het eigenlijk nog leuk in Den Haag?’, vroeg het AD. Mogelijk tot niemands verbazing antwoordt Kaag in zoveel woorden: nee. Maar het is wel belangrijk, zei ze.

Dezelfde vraag kort daarna, aan tafel bij Khalid & Sophie. Maar nu ná de fakkel-intimidatie. En net na de vraag of ze dit soort haat niet zelf uitlokt. Daar kon nog wel een schepje bovenop: ‘Heeft u er nog een beetje zin in….om op pad te gaan?’ vraagt Sophie Hilbrand.

Wat denk je zelf? Het lukt Kaag zowaar om het bijna Ruttiaans ‘gezellig’ te houden. Waarom moet dat in de huidige mediawerkelijkheid? Het gaat hier om stelselmatig geweld tegen (vrouwelijke) politici in het algemeen en Kaag’s persoon in het bijzonder. En doet het er toe of het (nog) ‘leuk’ is? Voor de kwaliteit van politici, zegt Max Weber – om er even een klassieker bij te pakken – zijn slechts drie dingen van doorslaggevend belang: gedrevenheid, verantwoordelijkheidsgevoel en inschattingsvermogen. Wel of niet een bulderlach kunnen opzetten op het juiste moment hoort daar niet bij. Wat zou er gebeuren als Kaag het niet gezellig zou houden?

Voor alle politici die Nederland rijk is hoop ik ten zeerste dat ze politiek bedrijven omdat ze het leuk vinden. Maar de politieke werkelijkheid is waarschijnlijk harder. Ik grijp naar de Basismonitor Politieke Ambtsdragers. Als maatschappelijk motief om zich voor het huidige ambt te kandideren antwoorden de huidige politieke ambtsdragers vooral: een bijdrage leveren aan de samenleving. Op individueel niveau is dat: talenten inzetten en ontwikkelen. Plezier komt daarna, maar op grote afstand.

Dit is in schril contrast met alle evenementen die in aanloop naar de verkiezingen van de Provinciale Staten en waterschappen op 15 maart worden georganiseerd. Die moeten vooral gezellig en leuk zijn (en terecht). Ipsos meldde recent dat veel jongeren niet weten dat de verkiezingen eraan komen en waarover ze gaan. Daarom doe ik mee aan een speciaal evenement voor jongeren om ze te activeren en motiveren om überhaupt te gaan stemmen. Maar wat zeg ik ze dan? Dat politiek het feest van de democratie is, met nadruk op feest? De politieke realiteit is tegenwoordig anders, maar dat is een genuanceerd verhaal. Juist de harde, pijnlijke en heftige incidenten zien deze jongeren via sociale media waarschijnlijk wél. Het feest van de democratie? Als de politiek een feestje is, dan zijn we, voor Kaag en anderen, zeker vergeten de slingers op te hangen.