Ervaringen in het vrijwilligerswerk blijken een belangrijke rol te spelen in de stap naar de politiek voor vrouwen om wethouder te worden.
Nog nooit waren er meer dan 30 procent vrouwelijke wethouders in Nederland. In een enquête onder de huidige zittende vrouwelijke wethouders geeft driekwart aan dat ze eerder (bestuurlijke) ervaring op hebben gedaan als vrijwilliger. Hoe helpen deze eerdere ervaringen vrouwen naar het wethouderschap? Is het eigenlijk wel wenselijk?
Bij vrijwilligerswerk kunnen we denken aan de scouting, in de kerk, in de medezeggenschapsraden van scholen, bij sportclubs. Wellicht onbedoeld blijkt dat vrijwilligerswerk dus vaak de start van een reis naar de politiek, zo is te lezen in het nieuwe onderzoek ‘Een onverwacht beeld. Vrouwelijk wethouders en hun weg naar het ambt’.
We weten dat de politiek historisch gezien niet heel herkenbaar is voor vrouwen – ze zien er vooral mannen. Ook, of juist, in het ambt van wethouder. Het is met zulke voorbeelden van hoe de politiek eruit ziet niet per se logisch dat vrouwen ‘zomaar’ de stap naar het wethouderschap kunnen en willen zetten. Vrijwilligerswerk blijkt dus een waardevolle leerschool te zijn, laten zittende vrouwelijke wethouders zien. Het gaat overwegend om lokaal vrijwilligerswerk, in plaats van nationaal of regionaal. Met driekwart van de vrouwelijk wethouders met vrijwilligerswerkervaring ligt dat ook veel hoger dan het gemiddelde in Nederland, volgens CBS-cijfers. Wat zou er aan de hand kunnen zijn?
Vrouwen doen via vrijwilligerswerk, geven zij aan, bestuurlijke ervaring en leiderschapservaring op. Zulke vaardigheden kunnen zij inzetten in hun werk als wethouder. Vrijwilligerswerk kan ook belangrijke nieuwe netwerken opleveren. En als laatste komen vrouwen via het vrijwilligerswerk in aanraking met lokale kwesties.
Mooi nieuws dus. Enkele wethouders schrijven: ‘Betrokkenheid bij mijn eigen dorp was belangrijke eerdere ervaring voor het wethouderschap’ of geven simpelweg aan dat hun ‘lokale betrokkenheid’ essentieel was. Kansen te over voor politieke partijen om strategische partnerschappen te sluiten met vrijwilligersorganisaties in hun rekrutering. Maar…kan de vlag eigenlijk wel uit? Is bestuurlijke ervaring opdoen in de vrijwillige sector nut of noodzaak voor vrouwen?
Gegeven dat leiderschap voor vrouwen in de politiek nog niet vanzelfsprekend is, zou het heel goed kunnen dat vrouwen daarom uitwijken naar het vrijwilligerswerk om pas later hun stap te maken naar de politiek. Wellicht zien ze daar ook juist andere vrouwen in leiderschapsposities? Het zou zomaar kunnen. Ook omdat we uit onderzoek weten dat vrouwen pas later in hun leven politiek actief worden. Maar daar komt bij: het hele idee van vrijwilligerswerk is dat het onbetaald is. En vrouwen, weten we ook allang, doen al veel vaker onbetaald werk, ook binnenshuis. Denk aan zorg voor kinderen of het huishouden.
Belangrijk dus om in de toekomst de rol van vrijwilligerswerk in het pad naar de politiek beter te gaan begrijpen. Voor nu blijken eerdere ervaringen in het vrijwilligerswerk een belangrijke rol te spelen in de stap naar de politiek voor vrouwen om wethouder te worden. Deze ervaringen bieden hen de nodige vaardigheden, netwerken en kennis om dat succesvol te doen. Kortom, zij zijn al voor hun wethouderschap zeer geëngageerde lokale helden. Waarschijnlijk sluit je je niet aan bij de medezeggenschapsraad van de school van je kinderen met het idee dat je daarmee wethouder wordt. Maar voor alle vrouwen die dit lezen en nu vrijwilligerswerk doen…het kan zomaar het opstapje zijn naar wethouder! Halen we wellicht ooit toch nog meer dan 30 procent vrouwelijke wethouders.